Op de dag dat de slavernij werd afgeschaft (1 juli 1863), vierden de ex-slaven feest in Paramaribo. Er werd gedanst en gezongen. Maar drie dagen later moesten ze zich weer melden op de plantages. De voormalige slaven hadden namelijk een contract moeten tekenen dat ze nog tien jaar voor de staat loonarbeid zouden verrichten. De ex-slaven mochten nu wel zelf een plantage kiezen waar ze gingen werken. Later werden er uit India, Java en China ook contractarbeiders gehaald. Slaven waren deze contractarbeiders niet, maar ze mochten de plantage niet zonder toestemming verlaten, hun hongerloontje kon zonder toestemming nog verder worden verlaagd en zelfs lijfstraffen waren toegestaan.